Soep bestaat hoofdzakelijk uit groenten en water en verdient daarom een plaats in de voedingsdriehoek.

Met een minimum aan vet en een maximum aan verse groenten is soep een gezonde voltreffer. En wanneer het buiten koud is, is een kop warme soep een ideale opwarmer.

Soep is zeker geen dikmaker. Integendeel, soep is een ideale bondgenoot van de slanke lijn en van een gezonde voeding. In verhouding tot haar groot volume bevat soep doorgaans weinig calorieën en weinig vetten. Daaraan heeft zij haar hongerstillend effect te danken. En soep met groentestukjes is meer verzadigend dan gemixte soep.

Een gezonde soep levert kostbare vitaminen, mineralen en vezels en draagt zo bij tot een evenwichtig voedingspatroon.

Mensen die regelmatig soep eten, zouden minder last hebben van overgewicht en cholesterol. Soep is ook een goede manier om kinderen groenten te doen eten.

Hou er rekening mee dat elke toevoeging van vet (bv. room) het caloriegehalte sterk doet toenemen. Kies daarom bij voorkeur ook voor ontvette bouillon als basis van een kom verse soep. Maak je liever zelf bouillon, schep dan het vet van de afgekoelde bouillon weg alvorens de andere soepingrediënten toe te voegen.

Enkele tips:

• Elke toevoeging van vet (bv. room) doet het caloriegehalte sterk toenemen.

• Bindmiddelen zoals aardappelen, tapioca, rijst, vermicelli doen het caloriegehalte sterk toenemen.

• Gebruik voor de bereiding veel groenten.

• Gebruik bij voorkeur vetarme bouillonblokjes.

• Indien U zelf bouillon trekt kies dan steeds voor mager soepvlees. Laat de getrokken bouillon afkoelen en schep het gestolde vet af.

Ten slotte nog dit.

Wanneer je soep maakt voor verschillende dagen, laat ze dan zo snel mogelijk afkoelen zodra ze klaar is. Zet ze vervolgens in de koelkast of vries ze bij voorkeur in kleine verpakkingen in, overeenkomstig met wat je per keer nodig hebt.

Warm alleen de benodigde hoeveelheid soep op.

Soep te lang op kamertemperatuur laten staan of dezelfde soep meerdere keren opwarmen bevordert de ontwikkeling van bacteriën en het risico op een voedselvergiftiging.